Nederland is door de invoering van de bronbelasting minder aantrekkelijk geworden als doorstroomland naar laagbelastende jurisdicties. De inkomensstromen naar laagbelastende jurisdicties zijn aanzienlijk afgenomen, van € 38,5 miljard in 2019 naar € 6,5 miljard in 2022. Dit staat onder meer in de antwoorden van staatssecretaris Van Rij van Financiën op 66 Kamervragen naar aanleiding van de op 11 oktober 2023 verschenen monitoringsbrief belastingontwijking.
Van Rij blijft bij het standpunt dat van de Wet bronbelasting 2021 structureel geen opbrengst kan worden verwacht, op basis van de prohibitieve werking van de wet. Volgens de laatste inschattingen is de opbrengst van de Wet bronbelasting 2021 in 2021 € 57,8 miljoen, in 2022 € 58,2 miljoen en in 2023 € 118,9 miljoen. Dit kan verschillende redenen hebben, aldus de bewindsman, zoals de complexiteit en kosten die gepaard gaan met herstructurering en de samenloop met nieuwe fiscale ontwikkelingen.
De VPB-opbrengsten zijn de afgelopen jaren flink gestegen van € 14,5 mld in 2014 naar € 47,5 mld in 2023. De grondslagverbredende maatregelen hebben hier waarschijnlijk aan bijgedragen, zoals de earningsstrippingmaatregel en de aanscherping van de minimumkapitaalregel.
De staatssecretaris benadrukt dat de focus van het kabinet bij de aanpak van belastingontwijking ligt op internationale maatregelen, zoals de EU-richtlijn tegen misbruik van doorstroomvennootschappen (Unshell). Maar ook het nemen van nationale stappen blijft belangrijk. Zo wil het kabinet het opknippen van activiteiten over verschillende vennootschappen aanpakken door de drempel van de earningsstrippingmaatregel voor vastgoedlichamen met verhuurd vastgoed buiten toepassing laten. Dit voorstel wordt in september 2024 ingediend bij de Tweede Kamer.
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Vennootschapsbelasting, Belastingrecht algemeen, Bronbelasting, Europees belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 28 maart
Informatiesoort: VN Vandaag