De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Van Weyenberg (D66) over het bericht "Opdrachtgevers haken af door afschaffing VAR". De staatssecretaris stelt dat de Wet DBA geen wijziging brengt in de wettelijke kwalificatie van een arbeidsrelatie zodat er vanuit die optiek geen reden is om geen of minder zzp'ers in te huren. Volgens hem is het mogelijk dat bij een (hernieuwde) bestudering van bestaande arbeidsrelaties er opdrachtgevers zijn die tot de conclusie komen dat er (soms voor een deel van de ingehuurde krachten) feitelijk sprake is van een dienstbetrekking en dat dit eigenlijk onder de VAR ook al het geval was, maar dat als gevolg van de VAR daar bij de opdrachtgever geen consequenties aan werden verbonden.
Voor wat betreft een verschuiving van zzp'ers naar payrollkrachten stelt de staatssecretaris dat er geen cijfers bekend zijn waaruit kan worden afgeleid dat de inzet van zzp'ers als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet DBA zou verschuiven naar payrolling en dat de Wet DBA ook niet noopt tot zo'n verschuiving. De grens tussen ondernemerschap en dienstverband verandert immers niet.
Met betrekking tot de bewijslastverdeling deelt de staatssecretaris mee dat op de Belastingdienst de bewijslast rust dat er niet conform de modelovereenkomst wordt gewerkt. De opdrachtgever kan vertrouwen ontlenen aan de verkregen zekerheid dat buiten dienstbetrekking wordt gewerkt als en zolang er conform de door hem en zijn opdrachtnemer(s) gehanteerde overeenkomst wordt gewerkt. Wordt er feitelijk in afwijking van de overeenkomst gewerkt dan is het aan de Belastingdienst om het bestaan van een (fictieve) dienstbetrekking aannemelijk te maken.
----------------------
Advertorial
TIP
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 6 juli