X vraagt op 30 september 2010 een reguliere bouwvergunning aan voor het geheel vernieuwen van een zeugenstal. Per brief van 21 oktober 2010 deelt de gemeente mee dat de aanvraag niet volledig is. Aangegeven wordt dat de aanvraag niet in behandeling zal worden genomen wanneer X niet binnen vier weken de aanvraag completeert. Wanneer een tijdige reactie van X uitblijft, besluit de gemeente de aanvraag met toepassing van art. 4:5 Awb niet in behandeling te nemen en legt zij X een legesaanslag op van € 21.578,98. X stelt dat art. 4:5 van de Awb niet van toepassing is. Nu een milieueffectrapport ontbrak, had de gemeente de bouwaanvraag namelijk van rechtswege buiten behandeling moeten laten en is legesheffing niet aan de orde, aldus X.

Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 12 juli 2013, 12/00545, V-N Vandaag 2013/1725) oordeelt dat X leges verschuldigd is voor het in behandeling nemen van zijn bouwaanvraag door de gemeente Oosterhout. Het ontbreken van een milieueffectrapport of een aanvraag milieuvergunning vormde geen beletsel voor de gemeente om de bouwaanvraag van X in behandeling te nemen. Het is dus niet zo dat, zoals X betoogt, de gemeente de aanvraag van rechtswege buiten behandeling had moeten laten. De leges, die met 60% zijn verminderd vanwege het buiten behandeling stellen van de aanvraag, zijn niet disproportioneel. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:5

Gemeentewet 229