Hof Amsterdam overweegt dat de beschikbaarheid van X voor oproepdiensten zijn privéritten met de ter beschikking gestelde bestelauto niet zakelijk maakt. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Vanaf 2006 draait storingsmonteur X een 24-uurs storingsdienst en moet hij 24-uur per dag beschikbaar zijn voor dit werk. X heeft van zijn werkgever een bestelauto ter beschikking gekregen. Daarnaast heeft X een privéauto. In hoger beroep is evenals in eerste aanleg in geschil of X bij zijn aangifte ib/pvv voor het jaar 2006 terecht het door de werkgever in aanmerking genomen loon heeft verminderd met € 4470, zijnde het bedrag dat door de werkgever wegens privégebruik auto tot het loon is gerekend.

Hof Amsterdam (MK III, 16 mei 2013, 11/00679, V-N 2013/36.1.4) overweegt dat X niet heeft doen blijken dat de bestelauto door aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor goederenvervoer. Het hof volgt X ook niet in zijn standpunt dat er nooit sprake kan zijn van privégebruik omdat hij voortdurend beschikbaar is voor storingsdienst. Als X buiten werktijd gebruik maakt van de auto, bijvoorbeeld voor een verjaardagsbezoek, zonder dat sprake is van een oproep, is volgens het hof het privékarakter zo overheersend dat de aldus gereden kilometers niet als zakelijke kilometers kunnen worden aangemerkt. Dat bij een dergelijk verjaardagsbezoek de echtgenote van X de privéauto gebruikt, opdat zij over eigen vervoer beschikt indien X een oproep krijgt, maakt dit niet anders. Alleen in het geval dat X tijdens een dergelijke privérit wordt opgeroepen voor storingswerkzaamheden, kunnen de kilometers die worden gereden vanaf het moment van oproepen worden aangemerkt als zakelijke kilometers. Bij het uitblijven van een dergelijke oproep tijdens een rit buiten werktijd, moeten de gereden kilometers worden aangemerkt als privékilometers. X is niet geslaagd in de op hem rustende bewijslast dat maximaal 500 privé kilometers zijn verreden met de auto. Het hoger beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 13bis

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 13 juni

54

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen