Rechtbank Gelderland oordeelt dat de advocaatkosten niet zijn gemaakt ten behoeve van haar economische activiteiten, zodat X nv de btw niet als voorbelasting in aftrek kan brengen. Er is namelijk geen rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de advocaatkosten en haar economische activiteiten.

Belanghebbende, de fiscale eenheid voor de btw X nv en Y nv, ontwikkelt en begeleidt vastgoedprojecten. Aandeelhouders van X nv zijn C bv (48,4%), D bv (38%) en E nv (13,6%). De aandeelhouders/bestuurders hiervan zijn respectievelijk F, G en H. In 2007 is het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek gestart tegen de bestuurders G, F en H, alsmede tegen X nv, C bv en D bv wegens de verdenking van valsheid in geschrifte, witwassen en deelname aan een criminele organisatie. Eind 2010 hebben X nv, C bv, D bv en G een schikking getroffen met een tweetal gedupeerden en vervolgens met het Openbaar Ministerie ter voorkoming van strafvervolging. F en H hebben geen schikking getroffen en zijn strafrechtelijk vervolgd. Y nv is in de loop van 2011 geliquideerd, zodat de fiscale eenheid toen van rechtswege is ontbonden. In geschil is of X nv in 2008 tot en met oktober 2012 terecht alle btw, die op facturen van advocaten is vermeld, als voorbelasting heeft afgetrokken.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de advocaatkosten niet zijn gemaakt ten behoeve van haar economische activiteiten, zodat X nv de btw niet als voorbelasting in aftrek kan brengen. Er is namelijk geen rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de advocaatkosten en haar economische activiteiten. Los daarvan heeft X nv ten onrechte geweigerd om openheid van zaken te geven over waarom alle facturen door haar zijn betaald, terwijl het OM-onderzoek op veel meer natuurlijke c.q. rechtspersonen betrekking had. Uit het arrest Wolfram Becker (HvJ EU 21 februari 2013, nr. C-104/12, V-N 2013/17.18) volgt dat voor X nv in ieder geval geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat ter zake van aan haar gefactureerde juridische bijstand die is verleend in verband met de strafvervolging van anderen, zijnde G, F en H alsmede C bv en D bv. Aangezien X nv eind 2010 een schikking met het OM heeft getroffen, staat vast dat de in 2011 verleende juridische dienstverlening geen betrekking meer op haar kan hebben. De deswege geclaimde vooraftrek is daarom ook terecht nageheven c.q. geweigerd. Dit geldt eveneens voor de facturen die een onjuiste tenaamstelling hebben. De fiscale eenheid is in 2011 van rechtswege ontbonden, zodat X nv in 2012 ten onrechte btw-aangifte is blijven doen als ware zij de fiscale eenheid. Reeds daarom is de over 2012 per saldo teruggevraagde btw terecht nageheven. De vergrijpboetes van 25% wegens grove schuld zijn ook passend en geboden. De beroepen van X nv zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 16 oktober

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen