Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de rechtbank mogelijk onvoldoende acht heeft geslagen op de stelling van X bv over de waardeverminderingen door de schade en al wat X bv daartoe aan bewijs heeft bijgebracht. Volgt terugwijzing naar de rechtbank in meervoudige kamer.

X bv doet in maart en april 2015 BPM-aangifte voor 63 - uit andere EU-lidstaten afkomstige - schade-auto's. In geschil is of de op aangifte afgedragen BPM te hoog is. Niet in geschil is dat steeds sprake is van meer dan normale gebruiksschade en dat de handelsinkoopwaarde kan worden bepaald door op de waarde in onbeschadigde staat een waardevermindering in verband met schade toe te passen. De taxateur van X bv heeft voor alle auto's de afschrijving bepaald aan de hand van een taxatierapport en de handelsinkoopwaarde vastgesteld op basis van drie tot vijf referentievoertuigen. Volgens Rechtbank Den Haag is de nieuwe - vanaf 1 januari 2015 geldende - Nederlandse regelgeving en in het bijzonder de voorwaarden van art. 8 lid 4 Uitv. reg. BPM 1992 met betrekking tot de waardevaststelling van schade-auto's niet in strijd met het EU-recht. X bv maakt niet aannemelijk dat de waardevermindering door de schade meer is dan de 72%-norm, aangezien X bv zich slechts in algemene bewoordingen heeft verzet tegen toepassing van die norm. X bv herhaalt in hoger beroep haar stelling dat de taxateur de schade aan iedere auto heeft gestaafd met gedetailleerde calculaties en beeldmateriaal. De inspecteur erkent dat in een aantal gevallen mogelijk onvoldoende acht is geslagen op de stukken.

Hof Den Haag oordeelt dat de rechtbank mogelijk onvoldoende acht heeft geslagen op de stelling van X bv en al wat X bv daartoe aan bewijs heeft bijgebracht. De rechtbank had voor iedere auto afzonderlijk moeten onderzoeken of het door X bv aangedragen bewijs, waaronder taxatierapport, schadecalculatie en beeldmateriaal, voldoende is om de stelling van X bv, tegenover de eventuele betwisting door de inspecteur, te staven en haar oordeel daarover in de uitspraak moeten vervatten. De uitspraak van de rechtbank kan daarom niet in stand blijven. Volgt terugwijzing naar de rechtbank in meervoudige kamer. Het beroep van X bv is voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 16 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen