Advocaat-Generaal Ettema is van mening dat de voordrachtenvrijstelling van toepassing is op de HOVO-cursussen. Ettema meent dat het buiten redelijke twijfel is dat 'voordrachten en dergelijke diensten (…) die strekken tot bevordering van wetenschap of algemene ontwikkeling' in de Nederlandse wetgeving als culturele diensten in de zin van de BTW-richtlijnbepaling kwalificeren.

Stichting X biedt HOVO-onderwijs aan, bedoeld voor personen vanaf 50 jaar. X is lid van de Landelijke Vereniging voor Hoger Onderwijs voor Ouderen in Nederland (HOVO Nederland). In geschil is de voldoening op aangifte van omzetbelasting over september 2016. Volgens Rechtbank Noord-Nederland en Hof Arnhem-Leeuwarden kwalificeren de cursussen als ‘voordrachten en dergelijke diensten’ in de zin van de BTW-voordrachtenvrijstelling. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie.

Advocaat-Generaal Ettema is van mening dat de voordrachtenvrijstelling van toepassing is op de HOVO-cursussen. Ettema meent dat het buiten redelijke twijfel is dat 'voordrachten en dergelijke diensten (…) die strekken tot bevordering van wetenschap of algemene ontwikkeling' in de Nederlandse wetgeving als culturele diensten in de zin van de richtlijnbepaling (art. 132 lid 1 onder n, Btw-richtlijn) kunnen worden beschouwd. Het begrip ‘voordracht’ is door het hof terecht gedefinieerd als 'het uitspreken van een tekst die voor een publiek ten gehore wordt gebracht'. Vanwege de toevoeging ‘en dergelijke diensten’ vallen daar ook onder colleges met een meer actieve houding van de deelnemers of die verplichte onderdelen kennen (voorbereiding, voorkennis, examen). De A-G concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep van de Staatssecretaris.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 23 januari

41

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen