Advocaat-generaal Richard de la Tour concludeert dat het in strijd met het EU-recht is dat Duitsland geen rekening houdt met de schulden van XY ter zake van de legitieme porties. Bij onbeperkte belastbaarheid van de nalatenschap mogen de schulden namelijk wel volledig in aftrek worden gebracht.

Q en zijn dochter XY zijn Oostenrijkers en wonen in Oostenrijk. Q overlijdt op 12 augustus 2018. In zijn testament wordt XY door Q tot zijn enige erfgenaam benoemd. Tot zijn nalatenschap behoren Duitse onroerende zaken. Aan zijn echtgenote en zijn zoon laat Q enkel de legitieme portie na. In verband daarmee verbindt XY zich om bedragen aan haar moeder en broer te betalen. In haar Duitse erfbelastingaangifte verzoekt XY om 43% van de schulden in verband met de legitieme portie als schulden van de nalatenschap in mindering te brengen op de waarde van haar erfrechtelijke verkrijging. De Duitse Belastingdienst acht dit niet mogelijk. Verder heeft XY volgens de fiscus slechts recht op een vrijstelling, als kind van de erflater, van € 171.489 in plaats van € 400.000. De Duitse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal Richard de la Tour concludeert dat het in strijd met het EU-recht is dat Duitsland geen rekening houdt met de schulden van XY ter zake van de legitieme porties. Bij onbeperkte belastbaarheid van de nalatenschap mogen de schulden namelijk wel volledig in aftrek worden gebracht. Het is niet in strijd met het EU-recht dat Duitsland een persoonlijke belastingvrije som toekent die evenredig is aan het gedeelte van het vermogen dat in Duitsland belastbaar is. Dat die belastingvrije som niet is beperkt bij onbeperkte belastbaarheid van dat vermogen is volgens de A-G niet van belang.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 20 september

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen