Hof Den Haag oordeelt dat het bezwaar van X ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard, nu de inspecteur X de mogelijkheid had moeten bieden het verzuim te herstellen. 

X ontvangt een WOZ-beschikking waarin de waarde van een woning wordt vastgesteld. X gaat in bezwaar en vervolgens in beroep. X blijkt het bezwaarschrift niet tijdig te hebben ingediend waardoor de rechtbank het bezwaar niet-ontvankelijk verklaart. In hoger beroep is in geschil of dat terecht is. Het hof overweegt dat op X de bewijslast rust aannemelijk te maken dat het bezwaarschrift tijdig is verzonden. De inspecteur heeft overtuigend ontkend dat hij het bezwaarschrift tijdig heeft ontvangen. De inspecteur heeft echter wel een zending met bezwaren en een overzichtslijst ontvangen. Het hof is van mening dat het uit deze lijst duidelijk had moeten zijn dat X bezwaar wilde maken, mede omdat de naam van X, het adres, het belastingjaar en het aanslagnummer vermeld zijn.

Het hof is van oordeel dat de inspecteur X de mogelijkheid had moeten bieden het verzuim te herstellen op grond van art. 6:6 Awb. De rechtbank heeft ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Tevens wordt de WOZ-waarde van de woning naar beneden bijgesteld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 20 september

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen