Op 29 oktober 2012 hebben VVD en PvdA het regeerakkoord van het beoogde kabinet Rutte-Asscher gepresenteerd. Hieraan ontlenen wij de volgende fiscale maatregelen:
Vanaf 2014 wordt het hoogste tarief in de inkomstenbelasting verlaagd. De derde belastingschijf in de inkomstenbelasting wordt verlengd. De belastingtarieven tweede en derde schijf worden met 4,05% verlaagd. Het belastingtarief eerste schijf wordt met 0,5% verlaagd.
De algemene heffingskorting wordt met 160 euro verhoogd.
Het maximum van de arbeidskorting wordt in 2014 verhoogd met 125 euro. Dit bedrag wordt in gelijke stappen verder verhoogd tot 500 euro in 2017 en daarna.
De fiscale alleenstaande ouderkorting en de aanvullende alleenstaande ouderkorting worden per 1 januari 2015 afgeschaft.
Er wordt in 2015 een winstbox ingevoerd. Hierbij worden betrokken de zelfstandigenaftrek, fiscale oudedagsreserve, meewerkaftrek, startersaftrekken en de S&O-aftrek. Het urencriterium komt dan te vervallen.
De ondernemersfaciliteiten waaraan het urencriterium is verbonden worden per 2015 versoberd en/of afgeschaft.
De RDA, de innovatiebox en de WBSO worden vanaf 2014 beperkt.
Provisies aan tussenpersonen in het kader van de lijfrenteaftrek en voor arbeidsongeschiktheidsrenten zijn niet langer aftrekbaar.
De in het Belastingplan 2013 opgenomen verhoging van de forfaitaire ruimte van de werkkostenregeling van 0,1%, wordt teruggenomen.
Voor bestaande en nieuwe hypothecaire leningen wordt vanaf 2014 het maximale aftrektarief (vierde schijf), in stappen van een half procent per jaar, teruggebracht naar het tarief van de derde schijf.
De rente betaald op restschulden kan tijdelijk (maximaal 5 jaar) en onder voorwaarden blijven worden afgetrokken.
Het rentepercentage van de belastingrente wordt voor de vennootschapsbelasting gekoppeld aan de wettelijke rente voor handelstransacties met een ondergrens van 8%. Het rentepercentage van de belastingrente voor de overige belastingmiddelen en het rentepercentage van de invorderingsrente blijft gekoppeld aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties met een ondergrens van 4%.
De AOW-leeftijd wordt geleidelijk verhoogd tot 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021 en vervolgens gekoppeld aan de stijging van de levensverwachting.
Er komt een doorwerkbonus voor werknemers van 61 tot 65 jaar met een laag inkomen.
Vanaf een inkomensniveau van 100.000 euro kan niet langer fiscaal gefaciliteerd voor aanvullend pensioen worden gespaard. Dit geldt voor zowel voor pensioenopbouw in de tweede als de derde pijler.
Het maximale jaarlijkse opbouwpercentage voor nieuwe pensioenopbouw wordt verlaagd met 0,4%. Voor het gebruikelijke middelloonpensioen betekent dit dat jaarlijks een opbouw van maximaal 1,75% van het pensioengevend loon fiscaal wordt gefaciliteerd. De derde pijler wordt op overeenkomstige wijze aangepast.
Het vitaliteitssparen wordt niet ingevoerd.
De maatregel uit het begrotingsakkoord rond de afschaffing van de fiscale reiskostenaftrek wordt in zijn geheel teruggedraaid, inclusief de maatregel "auto van de zaak".
Voor ondernemers wordt een uitstelregeling ontworpen, die ruimer is dan het huidige voorstel in het Belastingplan 2013. De grens voor de uitstelregeling wordt opgetrokken van 12.000 euro naar 20.000 euro.
De vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting voor oldtimers wordt afgeschaft.
Bij het te laat betalen van de Motorrijtuigenbelasting (MRB) wordt een boete opgelegd van 50 euro. Bij een tweede en derde (en verdere) verzuim binnen een periode van 2 jaar bedraagt de boete respectievelijk 100 en 150 euro.
Het tarief van de assurantiebelasting wordt per 1 april 2013 verhoogd naar 21%. Het overgangsrecht wordt zo vormgegeven dat het nieuwe tarief van toepassing is op premies voor zover die betrekking hebben op een verzekerde periode van na 31 maart 2013 (ongeacht wanneer deze premies betaald zijn).
Invoering van een verlaagd tarief in de eerste schijf van de energiebelasting op elektriciteit die afkomstig is van coöperaties van particuliere kleinverbruikers, aan deze verbruikers geleverd wordt en in hun nabijheid is opgewekt. Financiering door generieke verhoging van het reguliere tarief in de eerste schijf van de energiebelasting.
De accijns op bier, wijn, sherry en port wordt met ingang van 1 januari 2014 verhoogd met ongeveer 14% en de accijns op gedistilleerde dranken met ongeveer 5%.
De accijns op een pakje sigaretten van 19 stuks en de accijns op een pakje shag van 40 gram worden met ingang van 1 maart 2014 verhoogd met ongeveer 9 cent.
De accijns voor diesel wordt per 1 januari 2014 verhoogd met 3 cent per liter. De accijns op LPG wordt verhoogd met 7 cent per liter.
Onder voorwaarden sluit Nederland zich aan bij een mogelijke heffing op de financiële sector. Deze mag niet gelden voor pensioenfondsen.
Om misbruik, fraude, constructies en witwassen effectiever aan te kunnen pakken, krijgen belastingdienst en de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst / Economische controledienst meer capaciteit. De Belastingdienst zal extra controles uitvoeren bij bedrijven die fiscaal ongewenst gedrag vertonen. Ook de capaciteit voor de invordering wordt vergroot.
De belastingdienst gaat de inkomensafhankelijke zorgpremie en de inkomensafhankelijke bijdrage uitvoeren. De zorgtoeslag verdwijnt.