De inspecteur informeert X op 8 januari 2002 dat uit onderzoek is gebleken dat X houder is van een buitenlandse bankrekening. Op 25 maart 2002 geeft X volledige openheid van zaken over de bankrekening. De inspecteur legt X navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en vermogensbelasting met verhogingen van 50% respectievelijk boeten op. Hof Arnhem vernietigt de verhogingen/boeten omdat de weigering van de inspecteur om de volledige versie van het Draaiboek Rekeningenproject openbaar te maken het fundament raakt van een goede rechtspleging. De Hoge Raad vernietigt in cassatie de uitspraak van Hof Arnhem behoudens de beslissing over het griffierecht en verwijst de zaak naar Hof Amsterdam. De geheimhoudingskamer van dit hof beslist dat een beperking van de kennisneming van het Draaiboek en de nieuwsbrieven tot de zogeheten gecorrigeerde Amsterdamse versie gerechtvaardigd is.
Hof Amsterdam oordeelt dat het geven van volledige openheid van zaken na de ontvangst van een verzoek van de inspecteur tot het verstrekken van informatie geen vrijwillige verbetering vormt in de zin van art. 67n AWR (tekst tot 1 juli 2009). Het hof oordeelt dat de boeten terecht zijn omdat het aan de opzet van X te wijten is dat aanvankelijk over de banktegoeden en de inkomsten daaruit geen belasting is geheven. De boeten worden wel verminderd met 10% vanwege overschrijding van de redelijke termijn. Het hof verklaart het beroep van X gegrond en heropent het onderzoek ter voorbereiding op een nadere uitspraak over het verzoek van X om schadevergoeding.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:73
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67n
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e