De fiscale oudedagsreserve (FOR) heeft vaak alleen het effect van belastinguitstel. Dat acht staatssecretaris Van Rij van Financiën ongewenst. Reële oudedagsvoorzieningen dienen extern te worden ondergebracht.

Ondernemers moeten voldoende op de hoogte zijn dat de FOR bedoeld is om een lijfrente te bedingen en wanneer dat niet gebeurt op het moment van staking van de onderneming, dat zij dan inkomstenbelasting verschuldigd zijn over het bedrag van de opgebouwde FOR.

Als onderdeel van het Belastingplan 2023 wordt voorgesteld de FOR af te schaffen in de vorm van het, met ingang van 1 januari 2023, niet meer (verder) mogen opbouwen van de FOR, waarbij de tot en met 2022 opgebouwde FOR op basis van de huidige regels kan worden afgewikkeld.

Met de Wet toekomst pensioenen wordt de ruimte vergroot om in de derde pijler fiscaal gefaciliteerd een oudedagsvoorziening op te bouwen. Daarmee wordt een stap gezet richting een arbeidsvormneutraal pensioenkader.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.67

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 30 juni

Carrousel: Carrousel

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen