Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur bij zijn redelijke schatting van het belastbaar inkomen van 2016 mag uitgaan van de bij het derdenonderzoek verkregen jaarrekening over 2016. Voor 2015 slaagt hij niet in het bewijs dat X niet de vereiste IB-aangifte heeft gedaan.

X start in juni 2014 een eenmanszaak. Haar activiteiten bestaan uit de handel in en reparatie van gebruikte auto’s. Bij een hypotheekaanvraag heeft de gemachtigde van X diverse stukken opgesteld, waaronder de jaarrekening van X van 2016 met een winst uit onderneming van € 154.097. De gemachtigde vergezelt X naar het eerste hypotheekgesprek. Na een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat de administratie van X ernstige gebreken vertoont en dat X in haar IB-aangifte over 2016 ten onrechte claimt een verlies te hebben geleden. In geschil zijn diverse (navorderings-) en naheffingsaanslagen in de IB- en BTW-sfeer, alsmede de boeten.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur bij zijn redelijke schatting van het belastbaar inkomen van 2016 mag uitgaan van de bij het derdenonderzoek verkregen jaarrekening over 2016. De jaarrekening komt uiterlijk overeen met de door de gemachtigde van X opgestelde jaarrekeningen en bevat een notitie van de gemachtigde. Voor 2015 slaagt de inspecteur niet in het bewijs dat X niet de vereiste IB-aangifte heeft gedaan. De enkele verwijzing naar de jaarrekening van 2015, die aan de verzekeringsmaatschappij is verstrekt, zou wellicht voldoende zijn als redelijke schatting, maar is als onderbouwing voor de zware sanctie van omkering van de bewijslast onvoldoende. De inspecteur maakt vervolgens niet aannemelijk hoeveel auto's X in 2015 heeft verkocht. De bij X aangetroffen inkoopfacturen over 2014 zijn namelijk niet vergeleken met de RWD-gegevens. De aanslag over 2015 wordt daarom vernietigd. De BTW-correcties zijn terecht voor wat betreft het (grofschuldig) onjuist toepassen van de margeregeling, maar de boete is ten onrechte berekend over de totaal nageheven BTW in plaats van over het verschil tussen de BTW berekend met én zonder de margeregeling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Wet op de omzetbelasting 1968 28b

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 30 juni

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen