Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat het voor de winsttoerekening niet van belang is of een samenwerkingsverband reeds een formele rechtsvorm heeft. Doorslaggevend is of de betrokken ondernemers materieel samenwerken en of het samenwerkingsverband als zodanig deelneemt aan het economische verkeer.

Belanghebbende, X, drijft per 1 januari 2006 een eenmanszaak. De onderneming houdt zich onder meer bezig met het fokken van dressuurpaden. Met ingang van 1 januari 2011 drijft X de onderneming, formeel gezien, samen met haar dochter en schoonzoon in de vorm van een vof. In geschil is de vraag of X ter zake van de jaren 2011 en 2012 een verlies uit onderneming in aanmerking kan nemen en zo ja, wat de hoogte van dit verlies is.

Het hof oordeelt dat het niet van belang is of het samenwerkingsverband reeds een formele rechtsvorm had, maar of deze personen materieel samenwerkten en of het samenwerkingsverband als zodanig deelnam aan het economische verkeer. Nu X niet aannemelijk maakt dat er sprake was van een materieel samenwerkingsverband, rekent het hof 100% van de winst aan haar toe, op basis van de door de inspecteur herrekende winsten. Het hoger beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.151

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal ondernemingsrecht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 30 juni

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen