Met ingang van 2008 is voor de fiscale winstbepaling een afwaarderingsverbod ingevoerd, waardoor omstandigheden die bekend waren ten tijde van het investeren in het bedrijfsmiddel geen aanleiding zijn voor afwaardering naar lagere bedrijfswaarde. Het afwaarderingsverbod geldt voor alle ondernemingen die inkomstenbelasting- en vennootschapsbelastingplichtig zijn en voor alle bedrijfsmiddelen. Zowel woningcorporaties als commerciële partijen vallen hier onder.
De earningsstrippingmaatregel in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is een generieke maatregel en gericht op alle vennootschapsbelastingplichtigen, dus ook woningcorporaties. De earningsstrippingmaatregel is in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 aanzienlijk strenger vorm gegeven dan hetgeen ATAD1 (als minimumstandaard) vereist. Nederland maakt voor woningcorporaties geen uitzondering. Volgens het kabinet biedt ATAD1 geen ruimte om woningcorporaties onder de uitzondering van langlopende openbare-infrastructuurprojecten te brengen. Het is nog te vroeg om meer inzicht te geven in het feitelijke effect van de earningsstrippingmaatregel op de vennootschapsbelastingdruk van woningcorporaties. Wel zijn er verschillende maatregelen getroffen die een compenserend effect hebben voor verhuurders, waaronder woningcorporaties, ten opzichte van het nadelige effect van de earningsstrippingmaatregel.
Het kabinet onderzoekt of woningcorporaties ook op middellange en lange termijn voldoende ruimte hebben voor de benodigde investeringen. De bewindsman wil de resultaten van dit onderzoek nog voor de zomer 2020 naar de Tweede Kamer sturen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 11 juni