Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het Gerecht ten onrechte heeft vastgesteld dat Hongarije in staat was te begrijpen waarom de EC had besloten om de opschortingsbevelen vast te stellen. De EC heeft haar vrees dat Hongarije de maatregelen toch zou doorvoeren onvoldoende onderbouwd.

In 2014 voert Hongarije een belasting voor ondernemingen in de tabaksindustrie in (gezondheidsbijdrage van ondernemingen in de tabaksindustrie). Deze belasting wordt op progressieve wijze geheven over de jaaromzet van ondernemingen die ten minste 50% van hun omzet halen uit de vervaardiging van of de handel in tabaksproducten. Volgens de Europese Commissie behandelt Hongarije hiermee echter ondernemingen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden verschillend en wordt met de nieuwe belasting staatssteun ingevoerd die onverenigbaar is met de interne markt. De EC verzoekt Hongarije vervolgens om de uitvoering van de belastingmaatregel op te schorten. Na het ingestelde onderzoek stelt de EC vast dat de gezondheidsbijdrage onrechtmatig is en onverenigbaar met de interne markt. Hongarije is het niet eens met de besluiten die de EC vervolgens opstelt en gaat daarom in beroep bij het Gerecht. Het Gerecht verwerpt de beroepen. Hongarije verzoekt vervolgens om hogere voorziening.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het Gerecht ten onrechte heeft vastgesteld dat Hongarije in staat was te begrijpen waarom de EC had besloten om de opschortingsbevelen vast te stellen. De EC heeft haar vrees dat Hongarije de maatregelen toch zou doorvoeren onvoldoende onderbouwd. Dat Hongarije van mening is dat er geen sprake is van staatssteun, maakt niet dat een verhoogd risico bestaat dat Hongarije de rechtsgevolgen van art. 108 lid 3 VWEU niet zal eerbiedigen. Ook is niet van belang dat Hongarije niet is ingegaan op het verzoek van de EC om opmerkingen in te dienen over de opschortingsbevelen. Het feit dat Hongarije in een vergelijkbare zaak had nagelaten om belastingmaatregelen op te schorten, is voor deze zaak niet van belang. Het Hof van Justitie EU vernietigt het arrest van het Gerecht.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 108

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 11 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen