Rechtbank Limburg oordeelt dat de legesvrijstelling niet van toepassing is op de aanvraag van X.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een golfaccommodatie die ligt grenzend aan, en voor kleine delen binnen, een zogeheten Natura 2000-gebied. Zij komt in bezwaar en beroep tegen een door de provincie Limburg opgelegd legesaanslag in verband met de behandeling van een aanvraag voor een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (Wn). De provinciale legesverordening bevat een vrijstelling voor aanvragen in het kader van de Wn betrekking hebbende op evenementen en het beheer van een Natura 2000-gebied. X stelt dat de aanvraag exclusief ziet op het beheer van een Natura 2000-gebied (het golfrandenbeheer) en daarom onder vrijstellingsbepaling valt.

Rechtbank Limburg oordeelt dat de legesvrijstelling niet van toepassing is op de aanvraag van X. Het golfrandenbeheer van X heeft namelijk niet enkel het beheer van Natura 2000-gebied tot doel, maar is tevens van belang voor de exploitatie van de golfbaan. Daarnaast is een vergunning op grond van de Wn aan de orde indien sprake is van handelingen in de nabijheid van het Natura 2000-gebied die een verstorend effect kunnen hebben op de soorten in dat gebied. De rechtbank acht aannemelijk dat op het aan het Natura 2000-gebied grenzende golfterrein handelingen worden verricht die mogelijk gevolgen kunnen hebben voor dat gebied. Het beroep van X is ongegrond. Het beroep van de gebruiker van de golfaccommodatie verklaart de rechtbank niet-ontvankelijk omdat zij niet eerst bezwaar heeft gemaakt en haar kan worden verweten dat zij geen bezwaar heeft gemaakt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Provinciewet 223

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Limburg

Editie: 1 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen