Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat geen aanleiding bestaat voor een proceskostenvergoeding omdat de gemachtigde, ondanks tussenkomst van zijn bv, gehuwd is met belanghebbende.
Belanghebbende gaat in bezwaar tegen een WOZ-beschikking. Hij wordt bijgestaan door gemachtigde A met wie hij getrouwd is. De machtiging luidt “[belanghebbende] machtigt hierbij mr. drs. [A], h.o.d.n. [AA] en/of [A BV] en/of legal control gevestigd te (…)”. In geschil is of belanghebbende een proceskostenvergoeding toegekend moeten krijgen voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat geen aanleiding bestaat voor een proceskostenvergoeding omdat de gemachtigde, ondanks tussenkomst van zijn bv, gehuwd is met belanghebbende. De verleende rechtsbijstand gaat de gebruikelijke hulp tussen ouders en kinderen niet te buiten en is om die reden niet op zakelijke basis verleend. Het standpunt dat sprake is van een civielrechtelijke derde omdat de rechtsbijstand is verleend door A bv slaagt met een verwijzing naar V-N 2013/38.8 niet. Het gevolg zou anders immers zijn dat de rechtsbijstand verleend door de ene echtgenoot niet zakelijk is, maar rechtsbijstand door dezelfde echtgenoot met tussenschakeling van een eigen bv wel. Onder verwijzing naar V-N 2019/12.17 houdt daarnaast de enkele toevoeging in een machtiging “h.o.d.n. A BV” niet in dat A bv gemachtigd is, maar A.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 1