Rechtbank Gelderland oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek van voorbelasting omdat de appartementen vrijgesteld zijn verhuurd.

X koopt in 2013 dertien nieuwbouwappartementen en brengt de in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek. X wil de appartementen doorverkopen aan particulieren of beleggers. Aangezien de verkoop niet lukt, verleent de gemeente X een vergunning tot verhuur voor 5 jaar. De appartementen zijn hiertoe gestoffeerd en grotendeels telkens voor meer dan 6 maanden verhuurd. De inspecteur legt over het tijdvak 1 juni 2013 tot en met 31 december 2014 een naheffingsaanslag op voor de in aftrek gebrachte omzetbelasting. X is van mening dat de verhuur niet als op zichzelf staand kan worden beschouwd, dan wel dat sprake is van kortdurende verhuur, waardoor volledig recht op aftrek bestaat. X gaat in beroep.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur de naheffingsaanslag correct heeft vastgesteld. De verhuur moet als afzonderlijke prestatie en eerste ingebruikname worden gezien, waardoor sprake is van een bestemmingswijziging. Ook geldt de uitzondering op de vrijstelling met betrekking tot verhuur voor kort verblijf niet. In bijna alle gevallen is langer verhuurd dan 6 maanden, waren de huurders belast met zorg voor de inventaris en werden huurders rechtstreeks aangeslagen voor gemeentelijke belastingen. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel en gelijkheidsbeginsel slaagt niet. Het beroep is ongegrond.

Lees ook het thema Diverse btw-vrijstellingen onder de loep

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 30 november

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen