Staatssecretaris Van Huffelen van Financiën heeft de ministeriële regeling voorgelegd aan de Tweede Kamer waarmee een aantal vermogenstoetsuitzonderingen voor de huurtoeslag, zorgtoeslag en het kindgebondenbudget worden geregeld.

De vermogenstoetsuitzonderingen gelden voor de bijdrage van de stichting Zorg na Werk in Coronazorg (ZWiC) en de ontvangen bedragen in verband met de hersteloperatie voor de kinderopvangtoeslagaffaire. Voor toepassing van de vermogenstoetsuitzonderingen moet eenmalig een verzoek worden ingediend bij de Belastingdienst. De uitzondering geldt voor het gehele bedrag dat is verkregen, ongeacht of een deel van het bedrag al is uitgegeven.

In de ministeriële regeling zijn ook vermogenstoetsuitzonderingen opgenomen voor de tegemoetkoming voor werkelijke schade met betrekking tot O/GS, de noodvoorziening en de extra uitkering in december. Deze konden echter niet meer op tijd worden meegewogen in de uitvoeringstoets, omdat deze onderdelen later zijn toegevoegd. De uitvoeringstoets moet uitsluitsel bieden over de uitvoerbaarheid. De resultaten worden na bekendwording met de Kamer gedeeld.

De ministeriële regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021. Een verzoek om een vermogenstoetsuitzondering heeft daardoor betrekking op drie opeenvolgende berekeningsjaren vanaf 2021. Voor de CAF 11-ouders, die al in 2019 een compensatie hebben ontvangen, geldt de vermogenstoetsuitzondering van drie opeenvolgende jaren vanaf berekeningsjaar 2020.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 30 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen