De mogelijkheid om als ‘fiscale eenheid’ gebruik te maken van de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK), gaat mogelijk pas later in dan 1 januari 2021. Dit onderdeel van de BIK-regeling zal bij koninklijk besluit in werking treden. Dit heeft de ministerraad besloten in afwachting van goedkeuring van de Europese Commissie of dit specifieke onderdeel geoorloofde steun is.

De mogelijkheid om dit onderdeel later in werking te laten treden wordt nu als novelle voor spoedadvies aan de Raad van State gezonden.

Zonder goedkeuring van de Europese Commissie kan het systeem van de fiscale eenheid in de BIK ertoe leiden dat sommige investeringen in een ander EU-land ook BIK-subsidie krijgen. Dat is niet de bedoeling van het kabinet. Buitenlandse maatschappijen kunnen geen deel uitmaken van een Nederlandse fiscale eenheid. Dit betekent dat een Nederlandse maatschappij ook geen BIK kan aanvragen voor een investering van een buitenlandse moeder- of dochtermaatschappij. Investeringen in een ander EU-land krijgen daardoor geen BIK-subsidie. Tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan 2021 in de Tweede Kamer is al aangegeven dat dit ter goedkeuring aan de Europese Commissie wordt voorgelegd. Als na deze goedkeuring de mogelijkheid om als ‘fiscale eenheid’ gebruik te maken van de BIK gaat gelden, is dit met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021. Bij het ontbreken van goedkeuring worden de percentages van de BIK met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 verhoogd.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 30 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen