A verkrijgt medio 2010 een kantorencomplex. Er is in dat kader € 294.050 aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan. In geschil is of de verkrijging toch is vrijgesteld op grond van het BTW-samenloop art. 15-1-a Wet BRV. A stelt dat sprake is van meerdere handelingen die samen als één handeling moeten worden gezien en die samen kwalificeren als de levering van een bouwterrein of de levering van een nieuw vervaardigd goed. Rechtbank Haarlem stelt A in het ongelijk, aangezien het om de levering gaat van een oud bestaand gebouw. A gaat in hoger beroep. Hof Amsterdam oordeelt dat A geen onbebouwd terrein heeft verkregen en dat ook geen sprake is geweest van de levering van een nieuw vervaardigd gebouw. De verkoper heeft namelijk slechts in beperkte mate sloopwerkzaamheden laten uitvoeren aan de binnenzijde zonder dat dit afbreuk deed aan het gebruik. De overige werkzaamheden die samenhingen met het gedeeltelijk slopen en de verbouwing van het complex zijn steeds verricht in opdracht van A. Het maakt ook niet uit dat de verkoper voorafgaand aan de levering activiteiten heeft verricht in verband met een mogelijke herontwikkeling en dat de verkoper wist welke plannen A met het pand had. A heeft later zelf een ander bouwplan gemaakt en daarvoor zelf de vergunningen aangevraagd en verkregen. De levering is ook overigens niet van rechtswege belast voor de BTW, zodat A terecht overdrachtsbelasting heeft voldaan. Het beroep van A is ongegrond.
Lees ook het thema over De levering van een bouwterrein: btw of overdrachtsbelasting?
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 18 november