Mevrouw X exploiteert een coffeeshop. In 2008 en 2009 is de shop bezocht door een Horeca Interventie Team (HIT). Tijdens beide HIT-controles wordt geconstateerd dat gemiddelde omzet per afrekening veel hoger is dan de door X aangegeven gemiddelde omzet per afrekening. De inkoop van de softdrugs wordt ook niet bijgehouden. De inkoopprijs wordt later bepaald aan de hand van de verkopen, zijnde 50% daarvan. In 2007 is door X een kassa gekocht. Deze is afgeleverd met basisinstellingen, doch bij het boekenonderzoek in 2011 blijkt dat de software van de kassa later is aangepast. De inspecteur verwerpt vervolgens de administratie van X. In geschil zijn de naheffingsaanslag omzetbelasting en de diverse IB-navorderingsaanslagen, alsmede de vergrijpboetes. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de administratie van X zodanige gebreken vertoont dat zij niet voldoet aan de wettelijke eisen en dat omkering en verzwaring van de bewijslast daarom is gerechtvaardigd De inspecteur heeft redelijke schattingen van de omzet gemaakt. X stelt ook vergeefs dat de inspecteur met de gemeente heeft samengespannen om haar shop te kunnen sluiten. Het is aannemelijk dat X de software van de kassa bewust heeft aangepast om omzet buiten de administratie te houden. De IB-boetes worden verlaagd tot 30%, aangezien de verschuldigde belasting is vastgesteld met toepassing van de omkering van de bewijslast. De (uiteindelijke) BTW-boete van 10% is eerder te laag dan te hoog. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 18 november