Belanghebbende, X bv, is betrokken bij een grote vastgoedtransactie. De aldus door haar behaalde transactiewinst is verantwoord in haar jaarrekening over 2002. De transactiewinst leidt in 2002 niet tot VPB-heffing door 'winstaandelen' van gelieerde partijen. X bv factureert in 2003 vanwege een garantiestelling alsnog een bedrag aan de nalatige koper van het vastgoed. In geschil is of de inspecteur na een boekenonderzoek terecht VPB-navorderingsaanslagen over 2003 en 2005 aan X bv heeft opgelegd. Rechtbank Haarlem oordeelt dat de inspecteur voor 2003 geen nieuw feit heeft. De inspecteur gaat in hoger beroep. X bv stelt dat een belastingambtenaar zich schuldig heeft gemaakt aan een ambtsmisdrijf door een handtekening te vervalsen. Hof Amsterdam oordeelt dat geen vervalsing is beoogd, want de vermeende 'vervalste' handtekening staat veel lager dan de echte handtekeningen. Het is veel aannemelijker dat aan een betrokkene is gevraagd zijn handtekening op de post-it sticker te zetten om deze te kunnen vergelijken met de andere handtekeningen. Later is de akte ongelukkigerwijs inclusief de post-it sticker gekopieerd en aldus in het dossier beland. Het opduiken van de akte met de garantiestelling tijdens het boekenonderzoek in 2008 is voor 2003 wel een nieuw feit. Het maakt niet uit dat de volledige transactiewinst door X bv reeds op onduidelijke wijze in 2002 was verantwoord. De garantiestelling is namelijk pas in 2003 opeisbaar geworden en deels ook betaald. Aangezien X bv over 2003 niet de vereiste aangifte heeft gedaan, moet de bewijslast bovendien worden omgekeerd. De navordering over 2003 is terecht. Voor wat betreft de navordering over 2005 beroept X bv zich vergeefs op het vertrouwensbeginsel.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 3 februari