Rechtbank Den Haag oordeelt dat slechts vijf procent van de door X opgevoerde medische kosten aftrekbaar zijn. X en zijn partner namen deel aan een draagmoederprogramma in Amerika. De aftrek beperken zich tot de door X zelf in 2008 gemaakte medische kosten

Belanghebbende, X, en zijn partner Y reizen in 2008 naar Amerika om deel te nemen aan een draagmoederprogramma. Na zaaddonatie van X en eiceldonatie van een eiceldonor, vindt embryoplaatsing in een draagmoeder plaats. In 2008 leidt deze methode niet tot resultaat. Eind 2009 is de methode wel succesvol en in juli 2010 wordt een tweeling geboren. Als X in 2008 alle in verband met het draagmoederprogramma gemaakte kosten, in totaal € 75.685, in aftrek brengt als buitengewone uitgaven wegens ziekte, weigert de inspecteur de aftrek. Rechtbank Den Haag beslist dat de medische kosten volgens de wet moeten zijn gemaakt voor de belastingplichtige zelf, zijn partner en zijn kinderen, jonger dan 27 jaar. De kosten voor de eiceldonor en de draagmoeder vallen daar buiten. Omdat Y in het kader van het draagmoederprogramma in 2008 geen medische behandelingen ondergaat, zijn er geen aftrekbare medische kosten. Voor X zijn in 2008 wel medische kosten gemaakt, die omgerekend in euro's in totaal € 2.254 bedragen. De rechtbank oordeelt dat die kosten, naast de in Nederland door X gemaakte medische kosten van € 1.525 aftrekbaar zijn. De overige door X opgevoerde kosten, zoals hotelkosten, autokosten, juridische kosten en de kosten van counseling, staan niet in direct verband met ziekte, invaliditeit en bevalling en zijn niet aftrekbaar.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Wet inkomstenbelasting 2001 6.16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 3 februari

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen