Hof Amsterdam oordeelt dat gemeenten in een WOZ-procedure niet gebonden zijn aan de normering die zij in een voorgaand jaar aan een woning hebben gegeven voor KOUDV-factoren.

X is het niet eens met de WOZ-waarde 2019 van zijn woning.

Hof Amsterdam oordeelt dat gemeenten in een WOZ-procedure niet gebonden zijn aan de normering die zij in een voorgaan jaar aan een woning hebben gegeven voor KOUDV-factoren. Als de gemeente in 2018 (zoals X stelt) het cijfer 1 (slecht) heeft gegeven voor voorzieningen, dan mag zij die kwalificatie in 2019 herbeoordelen en uitgaan van het cijfer 2 (matig). De toelichting die de heffingsambtenaar aan rechtbank en hof heeft gegeven rechtvaardigt de normering matig (2). Het hof oordeelt evenals de rechtbank dat de heffingsambtenaar met zijn twee matrices de waarde aannemelijk heeft gemaakt. Het hof verwerpt de zes door X aangedragen referentiewoningen, omdat vijf ervan niet verkocht zijn en de laatste qua kwaliteit en onderhoud niet vergelijkbaar is. Het hoger beroep van X is ongegrond

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 20 maart

53

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen