Eiser, X, verzoekt het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Lisse op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om een kopie van de nota van een door de gemeente ingeschakelde taxateur. Het gaat om een nota die betrekking heeft op twee taxatierapporten die de bewuste taxateur heeft opgesteld voor de gemeente voor WOZ-beroepsprocedures. Het college wijst het verzoek van X gedeeltelijk af. In de aan X verstrekte nota en het bijgevoegde overzicht is namelijk het door de taxateur gehanteerde uurtarief en het aantal uren dat de taxateur heeft besteed aan de taxaties onleesbaar gemaakt.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de gemeente het Wob-verzoek om de uurtarieven van een externe taxateur openbaar te maken, mogelijk ten onrechte heeft afgewezen. De gemeente mag de openbaarmaking niet weigeren op basis van art. 10, eerste lid, onder c, van de Wob omdat het uurtarief en het aantal uren dat met de taxatie is gemoeid, niet zijn aan te merken als bedrijfs- of fabricagegegevens. Verder is niet aannemelijk dat de taxateur de gegevens vertrouwelijk aan de gemeente heeft verstrekt. De weigering om de informatie te verstrekken kan ook niet worden gebaseerd op art. 10, tweede lid, onder g, van de Wob. De rechtbank overweegt hierbij dat de informatie over het uurtarief en het aantal uren zo weinig prijsgeeft van de onderhandelingstechniek van de taxateur dat niet kan worden gezegd dat de concurrentiepositie van de taxateur wordt aangetast door de openbaarmaking van de informatie. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en draagt het college op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van X.

[Bron Uitspraak]