X bv ontvangt van de gemeente Delft WOZ-beschikkingen voor de objecten a-straat 1a t/m a-straat 1d. Na bezwaar van X bv besluit de heffingsambtenaar deze objecten samen te voegen tot één WOZ-object. In hoger beroep is alleen nog in geschil de hoogte van de kostenvergoeding voor rechtsbijstand. De heffingsambtenaar heeft een vergoeding toegekend van € 163,50 (1 punt met wegingsfactor 0,5 voor gewicht van de zaak en 1,5 wegens samenhang). Rechtbank Den Haag verhoogt de wegingsfactor voor het gewicht van de zaak tot 1 en komt uit op een vergoeding van € 352,50.
Hof Den Haag bepaalt de hoogte van de kostenvergoeding van de bezwaarfase op € 235. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat het gewicht van de zaak gemiddeld is (wegingsfactor 1) in plaats van licht (0,5). Er dient echter geen wegingsfactor van 1,5 toegepast te worden wegens samenhang mmar 1, nu er sprake is van vier in één geschrift opgenomen WOZ-beschikkingen. Rekening houdend met het voorgaande bepaalt het hof de kostenvergoeding voor de bezwaarfase op € 235 en de proceskostenvergoeding voor het beroep in eerste aanleg op € 472.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 7:15-2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 12 februari