X is geïdentificeerd als rekeninghouder van een verzwegen bankrekening bij de KB-Lux. X heeft geen informatie over deze bankrekening gegeven. Over een groot aantal jaren zijn als gevolg daarvan (navorderings)aanslagen ib/pvv en vb met boetes van 100% opgelegd. Bij uitspraken op bezwaar heeft de inspecteur de (navorderings)aanslagen gehandhaafd en de boetes verminderd met 20% vanwege overschrijding van de redelijke termijn. X komt in beroep. Volgens Rechtbank Gelderland zijn de navorderingsaanslagen die met gebruikmaking van de verlengde navorderingstermijn zijn opgelegd voldoende voortvarend opgelegd. Ook is X correct en op de juiste manier geïdentificeerd als rekeninghouder van de betreffende bankrekening bij de KB Lux. De (navorderings)aanslagen worden gehandhaafd. Het tegoed van X bedroeg minder dan ƒ 100.000 en is dus niet aan te merken als aanzienlijk zoals bedoeld in het arrest van de Hoge Raad van 28 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:63. Dit betekent dat voor de beboeting niet is voldaan aan de vereisten voor het aannemen van een bewijsvermoeden dat van X over de in geschil zijnde jaren te weinig ib/pvv en vb is geheven (vgl. Hoge Raad 24 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:84). De inspecteur heeft voor de beboeting betreffende de in geschil zijnde jaren geen ander bewijs geleverd. De stukken van het geding bevatten daarvoor ook geen aanwijzing. De boetes komen daarom te vervallen. De rechtbank kent X een immateriële schadevergoeding toe van € 2000 wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Wetsartikelen:
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 12 februari