Belanghebbende, X, handelaar in gebruikte vrachtauto's en bouwmachines wordt op 24 augustus 2010 failliet verklaard. Van 24 augustus 2010 tot 5 februari 2013 was het toezendadres volgens de gemeentelijke basisadministratie het adres van de curator. Aan X zijn ambtshalve aanslagen ib/pvv voor de jaren 2009 en 2010 opgelegd en een naheffingsaanslag omzetbelasting voor de jaren 2007 tot en met 2009. X heeft voor het jaar 2009 een suppletie OB ingediend. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de bezwaren tegen de aanslagen ib/pvv 2009 en 2010 en de naheffingsaanslag OB 2007 tot en met 2009 terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. Dit vanwege niet-verschoonbare termijnoverschrijding. De verklaring van X dat de curator hem niet van het bestaan van deze aanslagen op de hoogte heeft gesteld, acht het hof niet geloofwaardig. Het hof gaat er vanuit dat X in ieder geval tijdens de faillissementsperiode kennis heeft gekregen van het bestaan van deze aanslagen. De suppletie omzetbelasting wordt aangemerkt als een bezwaarschrift tegen de afwijzing van het in de aangiften omzetbelasting over de maanden juli en augustus 2009 opgenomen verzoek om teruggaaf van OB. Een bezwaarschrift tegen een dergelijke afwijzing had binnen 6 weken na dagtekening van de desbetreffende beschikking ingediend moeten worden. Daarvan is hier geen sprake. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is niet gebleken. De beslissingen op het verzoek tot ambtshalve vermindering van de aanslag ib/pvv 2009, van de naheffingsaanslag OB 2007 tot en met 2009 en de beslissing op het verzoek tot ambtshalve honorering van de suppletieaangifte OB 2009 zijn geen voor bezwaar vatbare besluiten. Gelet op het systeem van de gesloten rechtsmiddelen staan tegen deze beslissingen van de inspecteur geen bezwaar en beroep open. De rechtbank heeft zich op dit punt terecht onbevoegd verklaard. Wat betreft het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag ib/pvv 2010 beslist het hof dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan zodat de verzwaarde bewijslast op hem rust. Een papieren administratie van dat jaar is echter niet voorhanden. Zonder deze administratie heeft X niet doen blijken dat en in hoeverre de ambtshalve opgelegde aanslag ib/pvv 2010 onjuist is. Het verzoek om ambtshalve vermindering van deze aanslag is terecht door de inspecteur afgewezen. De hoger beroepen zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 15 augustus