X is eigenaar van een stuk grasland met 3 schuren. De schuren worden gebruikt voor het stallen van pony's, schapen en kippen en opslag van voer. De WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2014 is vastgesteld op € 80.000. De rechtbank verklaart het beroep van X tegen de waarde en de aanslag OZB ongegrond. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente het gelijkheidsbeginsel niet heeft geschonden. De heffingsambtenaar heeft gemotiveerd weerlegd dat hij niet alle vergelijkbare objecten in de heffing zou hebben betrokken. De aanslag OZB voor het gebruik is terecht opgelegd. De onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning. De door de gemeente gehanteerde grondprijs is niet te hoog. Deze is onderbouwd door een drietal verkopen van vergelijkbare percelen. De waarde van de schuren is ook niet te hoog vastgesteld. Deze is gesteld op 2/3 van de waarde volgens de Landelijke Taxatiewijzer. De aftrek voor asbestverwijdering is hoger dan de Taxatiewijzer aangeeft. De stelling van X dat de waarde van de opstallen nihil of negatief is omdat het perceel geen bouwblok heeft, acht het hof niet aannemelijk. De opstallen staan er en zijn in gebruik. Zolang zij worden onderhouden mogen ze daar ook blijven staan. De bestaande opstallen hebben daarmee voor een potentiële koper een waarde.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 15 augustus