X exploiteert een coffeeshop. In de jaren 2010 - 2013 worden diverse waarnemingen ter plaatse (wtp's) verricht. Op grond van een theoretische omzetberekening op basis van de resultaten van de wtp's, concludeert de inspecteur dat de omzet met € 5,5 mln moet worden verhoogd, en stelt de inspecteur X in de gelegenheid om in te keren. Omdat X volgens de inspecteur niet wenst in te keren, wordt een volledig boekenonderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding van dit onderzoek geeft de inspecteur een informatiebeschikking af, omdat X niet heeft voldaan aan zijn administratie- en bewaarplicht. X is van mening dat de inspecteur de informatiebeschikking ten onrechte heeft afgegeven.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur terecht een informatiebeschikking aan X heeft afgegeven. De rechtbank overweegt daarbij dat X niet heeft voldaan aan zijn bewaarplicht. X kan namelijk de dagstaten waaruit de in- en verkopen van de cannabisproducten blijken, niet overleggen. Volgens de rechtbank is er dan sprake van een essentieel gebrek. Dat de dagstaten tijdens de wtp's zijn gezien en kennelijk zijn gecontroleerd, acht de rechtbank niet van belang.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52