De Staatssecretaris van Financiën heeft naar de Tweede Kamer een brief gestuurd met daarin een uiteenzetting van de toekomstvisie van het kabinet op het fiscale vestigingsklimaat van Nederland. Daarin staat onder meer het volgende vermeld.
De vestigingsplaatskeuze van bedrijven wordt bepaald door een breed palet aan vestigingsvoorwaarden, waaronder bereikbaarheid, opleidingsniveau, leefklimaat en betrouwbaarheid van de overheid. Op veel van deze factoren scoort Nederland goed. Zo is bijvoorbeeld de ligging van Nederland gunstig, is onze infrastructuur goed en is onze beroepsbevolking goed opgeleid.
Daarnaast echter is ook de fiscaliteit belangrijk. Het Nederlandse belastingsysteem kent verschillende sterke elementen die bijdragen aan een goed vestigingsklimaat. Vanwege onze open, op internationale handel gerichte, economie en vanwege het belang van de buitenlandse markt voor Nederlandse ondernemers heeft ook het Nederlandse fiscale systeem van oudsher een internationale focus. Binnen de vennootschapsbelasting is bijvoorbeeld de deelnemingsvrijstelling van belang om dubbele belasting over bedrijfswinsten te voorkomen. Belangrijke elementen buiten de vennootschapsbelasting zijn bijvoorbeeld ons uitgebreide verdragennetwerk, de afwezigheid van bronheffingen op rente en royalty's en onze efficiënte geschilbeslechtingsprocedures. Ook de mogelijkheid van zekerheid vooraf bij de Belastingdienst is een belangrijke pijler van het Nederlandse fiscale vestigingsklimaat.
Verder vestigt het kabinet er de aandacht op dat op internationaal gebied de strijd tegen belastingontwijking van groot belang is. Internationaal opererende bedrijven zorgen immers niet alleen voor investeringen en werkgelegenheid. Ze zorgen ook voor een keerzijde. Zo is het verleidelijk gebruik te maken van het Nederlandse systeem en onze verdragen in gevallen waarvoor deze eigenlijk niet bedoeld zijn, waardoor de belastinggrondslag van andere landen met kunstmatige structuren kan worden uitgehold. Op die manier wordt buitenlandse belasting ontweken. Dit soort ontwikkelingen is ongewenst en stuit op groeiende maatschappelijke weerstand. Om die reden heeft Nederland zich steeds nadrukkelijk gecommitteerd aan het BEPS-project van de OESO.
Uitgaande van een toekomst waarin vestiging minder gedreven zal worden door mogelijkheden voor fiscale planning, zetten andere aantrekkelijke vestigingslanden in op lagere tarieven. Zo is in het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Zwitserland een statutair winstbelastingtarief van minder dan 20% van kracht of in het vooruitzicht gesteld. Ook in België zijn recent plannen aangekondigd om het winstbelastingtarief te verlagen, naar een uniform tarief van 20%. In Denemarken, Finland en Zweden is het statutaire (top)tarief inmiddels lager dan in Nederland. De fiscale vestigingsconcurrentie verschuift van ‘grondslag' naar ‘tarief'. Zonder nadere maatregelen wordt Nederland voor multinationals, die hier worden geconfronteerd met een statutair (top)tarief van 25%, een minder aantrekkelijk land om in te investeren. Ons vestigingsklimaat, ook het fiscale, is goed. Maar om dat goed te houden, is actie nodig. Het tarief van de vennootschapsbelasting zal bijgevolg verlaagd moeten worden naar een concurrerend niveau. In het Belastingplan 2017 wordt dat geregeld. Een ‘race to the bottom' is echter niet gewenst.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Dossiers: Prinsjesdag 2016
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 23 september