Rechtbank Den Haag oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Nederland heeft namelijk met België, het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Ghana, Nigeria en India verdragen ter vermijding van dubbele belasting naar inkomen en vermogen afgesloten en op grond van die verdragen heeft Nederland het heffingsrecht.

X woont in Nederland en werkt in 2011 en 2012 in België, het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Ghana, Nigeria en India. In zijn IB-aangiften claimt X aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De rechtbank overweegt daarbij dat Nederland met België, het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Ghana, Nigeria en India verdragen ter vermijding van dubbele belasting naar inkomen en vermogen heeft afgesloten. Het Besluit ter voorkoming van dubbele belasting 2001 is dan niet van toepassing. Verder wijst de rechtbank, voor wat betreft de toepassing van de verdragen, er op dat X minder dan 183 dagen in deze landen heeft gewerkt, en dat de beloning van X niet is betaald door of namens een werkgever in het werkland dan wel dat deze ten laste is gekomen van een vaste inrichting van de werkgever in het werkland. Het heffingsrecht komt dan op grond van de verdragen toe aan het woonland, Nederland, zodat terecht geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting is verleend.

Lees ook het thema Grensoverschrijdende arbeid: wonen in Nederland, werken in het buitenland.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 38

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 23 september

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen