De Kennisgroep formeel recht heeft een nieuw standpunt gepubliceerd over de gevolgen voor de verkrijger van een gift van een ANBI in geval van intrekking van de ANBI-status met terugwerkende kracht. De kennisgroep concludeert dat de intrekking van de ANBI-status gevolgen heeft voor de toegepaste faciliteiten in de belastingwetten, zoals de vrijstelling schenkbelasting.

In de casus gaat het om een stichting die in 2010 bij beschikking is aangemerkt als een ANBI en ook als zodanig staat vermeld in het ANBI-register. De stichting verstrekt in 2016 een gift aan Q. Q doet voor deze gift een beroep op de vrijstelling voor de schenkbelasting als bedoeld in art. 33 sub 10 SW 1956. In 2018 wordt de ANBI-status van de stichting met terugwerkende kracht tot 2010 ingetrokken.

De inspecteur kan alsnog schenkbelasting heffen van de begiftigde als achteraf blijkt dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden van genoemd artikel. De begiftigde kan echter vertrouwen ontlenen aan de vermelding in het ANBI-register dat de stichting ten tijde van de gift een ANBI was, tenzij er sprake is van kwader trouw. Voor een succesvol beroep op de vrijstelling is tevens vereist dat de uitkeringen geheel of nagenoeg geheel het karakter hebben van te zijn geschied in algemeen belang.

In de beschouwing wordt uitgebreid stilgestaan bij de relevante parlementaire geschiedenis, jurisprudentie en literatuur. Het kennisgroepstandpunt met nummer KG:206:2022:7 is per 16 mei 2023 ingetrokken.

Lees ook het thema Vrijstellingen schenk- en erfbelasting.

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 33

Algemene wet inzake rijksbelastingen 5b

Algemene wet inzake rijksbelastingen 2

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 17 mei

36

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen