Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbendes woonplaats in Duitsland is en dat het heffingsrecht over het pensioen aan Duitsland is toegewezen.

Belanghebbende (X) woont sinds 2001 in Duitsland. Hij geniet inkomsten uit een Uwv-uitkering en – vanaf 2007 – inkomsten uit een pensioen. Tevens beschikt hij in Duitsland over een eigen woning. Sinds 2001 kiest belanghebbende voor de binnenlandse belastingplicht. In geschil is of Nederland over belanghebbendes pensioen belasting mag heffen. Belanghebbende stelt daarbij dat de belastingheffing over het pensioen aan Duitsland is toegewezen. Rechtbank Breda oordeelt dat belanghebbendes keuze om als binnenlands belastingplichtige te worden aangemerkt, moet worden doorgetrokken naar de toepassing van het Nederlands-Duitse belastingverdrag. Voor belanghebbende betekent dit dat Nederland zijn wereldinkomen in de belastingheffing mag betrekken, maar wel voorkoming van dubbele belasting moet verlenen voor de inkomensbestanddelen die ter heffing aan Duitsland zijn toegewezen. Volgens de rechtbank wordt op deze wijze de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting berekend alsof belanghebbende inwoner van Nederland zou zijn, zodat ook voor de toepassing van het verdrag recht wordt gedaan aan de keuze om te worden behandeld als binnenlands belastingplichtige. De aanslag blijft in stand.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbendes woonplaats in Duitsland is en dat het heffingsrecht over het pensioen aan Duitsland is toegewezen. Volgens het hof mag Nederland – gezien het verdrag met Duitsland – de pensioenuitkeringen dan ook niet in enige heffingsgrondslag voor de IB betrekken. Het hof geeft verder nog aan dat het feit dat belanghebbende voor een behandeling als binnenlands belastingplichtige heeft gekozen er niet toe leidt dat hij voor de toepassing van het verdrag als inwoner van Nederland wordt aangemerkt. Ook is het hof het niet eens met de stelling van de inspecteur dat belanghebbende – door zijn keuze voor binnenlandse belastingplicht – afstand heeft gedaan van de regels uit het verdrag. Het hof geeft tenslotte ook nog aan dat – aangezien de heffing over het eigenwoningsaldo ook aan Duitsland is toegewezen – het eigenwoningsaldo niet ten laste van belanghebbendes belastbaar inkomen uit werk en woning komt. Het gelijk is aan belanghebbende.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

1

Gerelateerde artikelen