Art. 30ia AWR is per 1 januari 2024 ook van toepassing op de belastingrente die bij naheffingsaanslagen loon- en/of omzetbelasting in rekening wordt gebracht. Art. 30ia AWR geeft de inspecteur de mogelijkheid een vermindering van belastingrente te verlenen in situaties waarin (een deel van) de verschuldigde belasting gedurende een deel van het belastingrentetijdvak al op de rekening van de Belastingdienst stond.

In de Fiscale verzamelwet 2023 (V-N 2022/28.2) is geregeld dat de beoogde wijziging van art. 30ia AWR voor de loon- en omzetbelasting op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking treedt. Inwerkingtreding was pas voorzien in 2026. Door het arrest van de Hoge Raad van 18 november 2022 (V-N 2022/51.16) is het echter wenselijk gebleken om art. 30ia AWR ook ten aanzien van de loon- en omzetbelasting eerder dan 2026 in werking te laten treden. De inwerkingtreding van art. 30ia voor de loon- en omzetbelasting is nu vastgesteld op 1 januari 2024.

In de Eindejaarsregeling 2023 worden nadere regels gesteld waaraan een verzoek om vermindering van belastingrente met betrekking tot de loon- en omzetbelasting op grond van art. 30ia AWR moet voldoen.

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30ia

[Nieuwsbron]

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 30 november

Informatiesoort: VN Vandaag

1166

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen