Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de gemachtigde zich schuldig maakt aan kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht door structureel pas in beroep met bewijs te komen van de slechte onderhoudstoestand van een woning waarvan zij de WOZ-waarde aanvecht.

Belanghebbende, X, komt in bezwaar en beroep tegen de WOZ-waarde. De procedure wordt namens X gevoerd door een gemachtigde, een no-cure-no-pay-bureau.

Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de gemachtigde zich schuldig maakt aan kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht door structureel pas in beroep met bewijs te komen van de slechte onderhoudstoestand van een woning waarvan zij de WOZ-waarde aanvecht. Al in bezwaar heeft de gemachtigde deze grief over de onderhoudstoestand naar voren gebracht en in reactie daarop heeft de heffingsambtenaar verschillende malen verzocht om deze stelling met foto’s te onderbouwen. Er is zelfs een informatiebeschikking genomen. Het is kennelijk de vaste werkwijze van de gemachtigde om deze verzoeken van de heffingsambtenaar niet door te geven aan haar klanten om zo een beroepszaak met extra proceskosten uit te lokken. De rechtbank oordeelt dat de gemachtigde (en daarmee X) zich met het uitlokken van deze onnodige beroepen schuldig heeft gemaakt aan kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Omdat de heffingsambtenaar geen proceskosten heeft gemaakt die volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen, blijft een veroordeling van X in de proceskosten van de heffingsambtenaar echter achterwege.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

Informatiesoort: VN Vandaag

Editie: 4 augustus

Instantie: Rechtbank Amsterdam

89

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen