Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de verzuimmededeling ondanks de latere vermindering van de naheffingsaanslag haar gelding niet heeft verloren. X kon er dus niet op vertrouwen dat zij niet in verzuim was door de te late betaling.

Mevrouw X betaalt een rekening motorrijtuigenbelasting niet op de uiterste betaaldatum van 11 november 2011. X heeft de belasting pas op 15 december 2011 voldaan. Met dagtekening 29 december 2011 is een naheffing opgelegd. Deze aanslag wordt afgeboekt op die betaling en is verminderd naar nihil. In geschil is of er sprake is van een zogenaamd eerste verzuim en of in verband daarmee later, na weer een te late betaling, terecht een verzuimboete van € 49 aan X is opgelegd. Volgens Rechtbank Den Haag is de tekst op het aanslagbiljet "Het gaat in dit geval om een eerste verzuim. Rekening houdend met het voorgaande stel ik de boete vast op € 0,00" te beschouwen als een verzuimmededeling. Vanwege het latere, tweede, verzuim is dus terecht een boete opgelegd. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de verzuimmededeling, ondanks de latere vermindering van de naheffingsaanslag, haar gelding niet heeft verloren. X stelt ten onrechte dat door de betaling op 15 december 2011 er geen sprake (meer) was van een (eerste) verzuim. De tekst van de mededeling is namelijk volstrekt helder. X kon er dus evenmin op vertrouwen dat zij niet in verzuim was door die te late betaling. Dat verzuim moet aangemerkt worden als een eerste verzuim. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 27 maart

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen