De activiteiten van de onderneming van belanghebbende, X, bestaan uit het verhuren van een minigraver met bestuurder. In 2014 sluit X een overeenkomst met A bv in verband met de bouw van een aanbouw. X schakelt daarbij Q in. Q reikt vervolgens voor een bedrag van € 38.360, exclusief BTW, aan facturen uit aan X. De btw bedraagt € 8056. X brengt de BTW in aftrek. Q voldoet de BTW echter niet op aangifte. De inspecteur heft de BTW na bij X.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de facturen van Q aan X geen BTW mogen vermelden, omdat deze BTW op grond van de BTW-verleggingsregeling wordt geheven van de aannemer. Q had dan ook facturen zonder btw aan X moeten uitreiken, met de vermelding ‘btw verlegd’. Het hof stelt vervolgens nog vast dat X onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld door niet om herstelfacturen zonder btw en met de vermelding ‘btw verlegd’ te vragen. De naheffingsaanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 24b
Wet op de omzetbelasting 1968 12