Rechtbank Amsterdam oordeelt in een WOZ-procedure dat niet het huidige gebruik maar de potentie van een ruimte bepalend is voor de waarde. Het gaat anders gezegd om de objectieve gebruiksmogelijkheden van die ruimte.

X is eigenaar van een bovenwoning op de tweede verdieping en een zolderkamer op de vierde verdieping. In geschil is de WOZ-waarde van het geheel.

Rechtbank Amsterdam oordeelt in een WOZ-procedure dat niet het huidige gebruik maar de potentie van een ruimte bepalend is voor de waarde. Het gaat anders gezegd om de objectieve gebruiksmogelijkheden van die ruimte. Dat X de zolderkamer gebruikt als opslag, wil niet zeggen dat die ruimte dus ook als opslag gewaardeerd moet worden. De ruimte heeft meer gebruiksmogelijkheden dan alleen opslag. Er is daglicht en elektriciteit en de afsluitbare zolderkamer kan dus ook als gewone leefruimte worden gebruikt. Bij de waarde van de woning als geheel moet verder wel rekening worden gehouden met de omstandigheid dat de zolderkamer niet rechtstreeks verbonden is met het woningdeel van X op de tweede etage, maar slechts bereikbaar is via een gemeenschappelijke binnentrap. Rekening houdend met het voorgaande heeft de heffingsambtenaar de door hem verdedigde waarde van € 419.000 aannemelijk gemaakt. Omdat deze waarde lager ligt dan de waarde na bezwaar, is het beroep van X wel gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Amsterdam

Editie: 15 september

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen