De Nederlandse inzet is erop gericht om de gesprekken voort te zetten met als doel alsnog tot overeenstemming te komen. Rusland wil de mogelijkheid krijgen onder het verdrag (hogere) bronbelastingen te kunnen heffen, ook als geen sprake is van verdragsmisbruik. Het voorstel komt er op neer dat Rusland slechts bereid zou zijn om verdragsvoordelen onder strenge voorwaarden toe te kennen aan beursgenoteerde bedrijven. Eén van die voorwaarden is dat een beursgenoteerde vennootschap in Nederland een direct aandelenbelang heeft in een dochtervennootschap in Rusland. Slechts een zeer beperkt aantal belastingplichtigen zou dan nog in aanmerking komen voor de verdragsvoordelen. Hiermee wordt onvoldoende rekening gehouden met de belangen van het reële Nederlandse bedrijfsleven. Nederland heeft in dit kader constructieve tegenvoorstellen gedaan.
Het verdrag kan eenzijdig worden beëindigd met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste zes maanden voor het verstrijken van een kalenderjaar. Dit is op zijn vroegst per 1 januari 2022.
Vijlbrief vindt een verdragsloze situatie tussen Nederland en Rusland onwenselijk.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 28 januari