Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het Belastingplan 2022 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Hieraan ontlenen wij het volgende.

De groep binnenlandse belastingplichtigen met een in het buitenland woonachtige partner die geen kwalificerende buitenlandse belastingplichtige is, en die in 2021 een voorlopige aanslag hebben ontvangen waarin de IACK is opgenomen, ontvangen over 2022 weer een voorlopige aanslag waarin de IACK is opgenomen. Deze groep wordt per brief geïnformeerd over de voorgestelde maatregel, zodat zij kunnen beoordelen of de voorlopige aanslag 2022 moet worden aangepast.

Het forfait van € 2 thuiswerkkosten wordt jaarlijks geïndexeerd vanaf het jaar 2023. Er is niet voorzien in een tussentijdse aanpassing. De staatssecretaris is geen voorstander van het voorstel om de werkgever zelf te laten kiezen of de 128-dagenregeling bij de reiskostenvergoeding of bij de thuiswerkkostenvergoeding wordt toegepast, en dat daarnaast geen onbelaste thuiswerk- of reiskostenvergoeding op declaratiebasis kan worden vergoed. Het kabinet beoogt misbruik van de thuiswerkregeling te voorkomen door de samenloop van de gerichte vrijstelling voor thuiswerkkosten en de gerichte vrijstelling voor reiskosten naar een vaste plaats van werkzaamheden, uit te sluiten.

Het kabinet is van mening dat bij de huidige stand van de jurisprudentie, en na het aannemen van de voorgestelde maatregel inzake de temporele beperking verrekening voorheffingen met de VPB (Sofina), de wetgeving in overeenstemming is met het EU-recht. Het kabinet deelt de opvatting van de NOB niet dat de voorgestelde artt. 15ak en 15al Wet VPB 1969 weggelaten kunnen worden zonder dat dit strijd met het EU-recht oplevert, omdat de per-elementbenadering niet noodzaakt tot dergelijke regelingen.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2021

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 19 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen