Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft de nota naar aanleiding van verslag bij het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten (35929) naar de Tweede Kamer gestuurd. In de bijlage is het concept van de ministeriele regeling opgenomen.

Het kabinet vindt het wenselijk dat het moment van belastingheffing wordt verschoven naar het moment van verhandelbaarheid van de bij uitoefening van een aandelenoptierecht verkregen aandelen, tenzij de werknemer gebruik maakt van de keuzeregeling. Deze maatregel lost een liquiditeitsprobleem op voor de werknemer. Dit hoeft voor wat betreft de grondslag van heffing niet persé gunstiger uit te pakken. Als de aandelen tussen het moment van uitoefening van het aandelenoptierecht en het verhandelbaar worden van de daarbij verkregen aandelen meer waard zijn geworden, wordt ook de grondslag waarover loonheffingen wordt ingehouden hoger. Bij een verwachte waardestijging van de aandelen kan het eerder in de heffing betrekken van de aandelenoptierechten gunstiger zijn. Als de aandelen niet in waarde stijgen of zelfs in waarde dalen kan het uitstellen van belastingheffing naar het moment van verhandelbaar worden gunstiger zijn.

Bij gebruikmaking van de keuzeregeling moet de werknemer de keuze kenbaar maken op het moment dat de aandelenoptierechten uitgeoefend worden. De werknemer kan hier niet met terugwerkende kracht om verzoeken. Het is derhalve niet mogelijk om tussentijds naar gelieve het heffingsmoment vast te stellen.

In de nota naar aanleiding van het verslag is als bijlage het concept van de ministerële regeling opgenomen. Bij ministeriële regeling wordt een fictie opgenomen die tot doel heeft om in bepaalde situaties vast te leggen of en in welke mate de aandelen worden geacht niet, deels of geheel verhandelbaar te worden. Het gaat om situaties waarin het verhandelbaar worden van aandelen afhankelijk is van bepaalde onzekere factoren die grotendeels buiten de invloedsfeer van de betreffende werknemer liggen.

De voorgestelde maatregel wordt binnen vijf jaar na inwerkingtreding geëvalueerd. Uit de evaluatie moet blijken of de maatregel aan de doelstelling voldoet.

Lees ook Wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten (35929)

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 10a

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2021

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 19 oktober

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen