Belanghebbende (X) neemt in 2009 en 2010 deel aan kansspelen die op het internet worden gespeeld en aan live pokertoernooien in het buitenland. Ter zake van het gewonnen prijzengeld worden naheffingsaanslagen kansspelbelasting (KSB) aan belanghebbende opgelegd. Belanghebbende stelt dat alle kansspelen waaraan via internet vanuit Nederland kan worden deelgenomen als binnenlandse kansspelen worden aangemerkt. Volgens belanghebbende is er sprake van een buitenlands internetkansspel als een Nederlander zich in het buitenland bevindt en van daaruit deelneemt aan een internetkansspel. Belanghebbende beroept zich daarbij op de wetsgeschiedenis van de KSB. Verder stelt belanghebbende dat er sprake is van een ongunstiger behandeling van buitenlandse kansspelen ten opzichte van binnenlandse casinospelen.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat het binnen de systeem van de KSB en de tekst van de wet past om de wetsgeschiedenis te interpreteren zoals de inspecteur het doet. De rechtbank gaat er daarom bij de beoordeling van het geschil vanuit dat er sprake is van deelname aan een buitenlands kansspel. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat live poker in toernooivorm een casinospel is en dat door de heffing van KSB de deelname aan buitenlandse kansspelen die al dan niet via internet worden gespeeld ongunstiger wordt behandeld dan de deelname aan binnenlandse kansspelen die al dan niet via internet worden gespeeld, zonder dat daarvoor een objectieve, evenredige rechtvaardigingsgrond bestaat. De rechtbank wijst er hierbij op dat de KSB bij binnenlandse kansspelen is verschuldigd over het bruto speelresultaat en bij buitenlandse kansspelen over de prijs, en dat bij binnenlandse kansspelen verliesverrekening mogelijk is en bij buitenlandse niet. Volgens de rechtbank is dit in strijd met EU-recht (vrij verkeer van diensten). Tot een teruggaaf leidt dit echter niet, omdat de rechtbank geen mogelijkheid ziet om de maatstaf van heffing te bepalen. De rechtbank ziet hier een rol voor de wetgever weggelegd. De rechtbank stelt belanghebbende in het gelijk en vermindert de naheffingsaanslag voor het jaar 2010 uiteindelijk nog op andere gronden met € 3.910.