Hof Den Haag oordeelt dat de termijn om hoger beroep aan te tekenen pas gaat lopen op de dag nadat de uitspraak van de rechtbank op het nieuwe woonadres van X bekend is gemaakt. Na die bekendmaking is alsnog tijdig hoger beroep ingesteld, waardoor X niet in haar belangen is geschaad. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X ontvangt pensioeninkomsten van het UWV, waarover door een kennelijke fout geen loonheffing is ingehouden. In geschil zijn de aanslagen IB/PVV over 2018 en 2019. Rechtbank Den Haag handhaaft de aanslagen, maar stuurt de uitspraak naar het oude woonadres van X. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag (V-N Vandaag 2022/2538) oordeelt dat de termijn om hoger beroep aan te tekenen pas gaat lopen op de dag nadat de uitspraak op het nieuwe adres van X bekend is gemaakt. Na die bekendmaking is alsnog tijdig hoger beroep ingesteld, waardoor X niet in haar belangen is geschaad. X stelt vergeefs dat een brief van de inspecteur geen twee rechtsmiddelverwijzingen kan bevatten. De inspecteur heeft de brief van X opgevat als een bezwaarschrift en tevens als een verzoek om ambtshalve vermindering. Het bezwaar is vanwege termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om ambtshalve vermindering is afgewezen. Tegen beide afwijzende beslissingen staat een apart rechtsmiddel – beroep respectievelijk bezwaar – open. Het UWV is zelf verantwoordelijkheid om de juiste bedragen in te houden. De inspecteur is hiervoor niet aansprakelijk. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26c

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 13 juni

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen