Belanghebbende, X bv, heeft op grond van de Beconregeling uitstel gekregen voor het doen van de aangifte vennootschapsbelasting over het jaar 2008. X bv wordt voor het verstrijken van de reguliere indieningstermijn van de aangifte door de inspecteur aangemaand om de aangifte te doen. Bij het opleggen van de aanslag vennootschapsbelasting wordt aan X bv een verzuimboete van € 567 opgelegd. X bv komt tegen de verzuimboete in beroep.

Rechtbank Breda overweegt dat de inspecteur, ingevolge artikel 67a van de AWR, alleen een verzuimboete kan opleggen indien X bv de aangifte niet binnen de in de aanmaning gestelde termijn heeft gedaan. Nu de termijn voor het doen van aangifte op grond van de Beconregeling was verlengd, kon de inspecteur pas aanmanen na het verstrijken van de verlengde termijn. De eerder verzonden aanmaning is dan niet een aanmaning als bedoeld in de AWR. Volgens de rechtbank moet deze situatie waarin X bv voortijdig is aangemaand, hetzelfde behandeld worden als de situatie waarin niet is aangemaand. Het opleggen van een verzuimboete is dan niet mogelijk. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 13 februari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen