Hof Arnhem-Leeuwarden constateert dat de rechtbank tijdens de coronaperiode de uitspraak eerst verstuurde en daarna pas in het openbaar uitsprak. Dit is in strijd met de Awb. Partijen zijn echter niet benadeeld, waardoor de rechtbankuitspraak in stand kan blijven. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X is het niet eens met de aanslag rioolheffing en gaat in hoger beroep. In het hoger beroep komt tevens een aantal formele geschilpunten aan de orde. Zo vindt X dat de rechtbankuitspraak niet in stand kan blijven, omdat deze pas na toezending in het openbaar is uitgesproken. Daarnaast had de heffingsambtenaar de begroting 2019 aan hem moeten verstrekken.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2023/4.1.4) oordeelt dat de rechtbank de uitspraak eerst in het openbaar moest uitspreken, alvorens deze aan partijen toe te zenden. X is door deze handelswijze echter niet benadeeld. De rechtbankuitspraak kan daardoor in stand blijven. De heffingsambtenaar moest de begroting 2019 aan X toezenden. Schending van de toezendplicht blijft echter zonder gevolgen, omdat X de begroting digitaal kon raadplegen. X is in die zin niet benadeeld. X' hoger beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229b

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 21 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

278

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen