X heeft een lening bij Y Bank van € 75.000. In 2012 betaalt X € 4680 aan rente en kosten. X trekt dit bedrag af als eigenwoningrente. Daarnaast trekt X een bedrag van € 13.145 af. Dit ziet op betalingen die X in 2009, 2010, 2011 en 2012 doet. Dit bedrag ziet op rente- en opnamekosten die X maakt om de rente op de lening over die jaren te kunnen betalen. Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat deze rente- en opnamekosten niet aftrekbaar zijn. In geschil is de aftrekbaarheid van het bedrag van € 13.145.
Hof Den Haag (MK I, 12 juli 2016, BK-16/00009, V-N 2016/47.1.1) oordeelt dat de rente- en opnamekosten niet aftrekbaar zijn. X' stelling dat de kosten ad € 13.145 samenhangen met creditcardopnames die hij heeft gedaan om de rente van de eigenwoningschuld te kunnen betalen treft geen doel. Deze kosten hangen niet direct samen met de eigenwoningschuld. X' hoger beroep is ongegrond.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.120