Staatssecretaris Snel van Financiën beantwoordt vragen van het Tweede Kamerlid Leijten (SP) over het anonimiseren van vermogen via een commanditaire vennootschap (cv) naar aanleiding van het WFR-artikel 'Anonimisering door de CV: een leeuwenvennootschap’.

In dit artikel beschrijven Kooiman en Witpeerd een aantal in hun optiek civielrechtelijke risico’s en gebreken van de cv bij het opzetten van anonimiseringsstructuren en geven vervolgens aan wat naar hun mening de fiscale gevolgen daarvan zouden kunnen zijn. Snel geeft aan dat de Belastingdienst geen zekerheid verschaft over anonimiseringsstructuren. Anonimiseren staat op gespannen voet met de in 2015 aangenomen vierde anti-witwasrichtlijn.

In het WFR-artikel wordt de volgende manier van anonimiseren beschreven. De dga ruilt zijn aandelen van zijn houdstervennootschap voor aandelen in een open cv, waarvan de beherend vennoot een stichting is met één bestuurder, namelijk de dga zelf. De dga is tevens de commanditair vennoot in de cv. Doordat de cv de naam van haar commandiet niet hoeft te publiceren in het handelsregister bereikt de dga de bedoelde privacy voor hem en zijn familie. Snel ziet geen aanleiding om de wet te wijzigen om de door de auteurs geschetste situatie aan te pakken. Transparantie van vermogensbestanddelen wordt al bereikt door de invoering van het zogenoemde UBO-register. In relatie tot de Belastingdienst kan de cv niet worden gebruikt om vermogen te anonimiseren. Op grond van de fiscale regelgeving dient de beheers- en eigendomsstructuur van de cv alsook de omvang van het vermogen aan de Belastingdienst bekend te worden gemaakt.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Editie: 17 juli

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen